Ik loop langs de tafel. Ik zie zes stoelen. Jouw stoel staat er ook bij. Ik wil alle lichten uitdoen en zie dat er nog een paar Crocks staan. Jouw crocks. Het brandt in mijn ogen. Ik loop de hal in, nadat ik hond Luna een aai over haar bolletje heb gegeven. Ik zie een hel blauwwitte jas hangen. Jouw regenjas. Het doet pijn. Dat achtergebleven kleding me zo diep kan raken vind ik bijzonder. Ik worstel in de hal de berg vuile was door en besluit wat nachtshirts van jou weg te gooien. Ik voel me niet schuldig. Het is eerder een gevoel van ‘ik heb weer wat verwerkt’.
Het bed lonkt, want morgen weer vroeg op. De meiden willen ondanks alles naar de edelstenenbeurs in Rijswijk. Mama Jeanet zou het goedvinden, dus ik ook. Ik duik mijn bed in en denk aan morgen.

Ik loop langs de tafel. Ik zie zes stoelen. Jouw stoel staat er ook bij. Ik wil alle lichten uitdoen en zie dat er nog een paar Crocks staan. Jouw crocks. Het brandt in mijn ogen. Ik loop de hal in, nadat ik hond Luna een aai over haar bolletje heb gegeven. Ik zie een hel […]

© 2025 Jeanet Visser | Theme by Tim Sainburg | Theme used by Ad van Loon