Men beweert dat het rouwen plaats gaat vinden in verschillende fasen en dat het feitelijke rouwen pas kan beginnen op de tweede sterfdag. Ik ben het met beide ‘feiten’ totaal niet mee eens en ik spreek uit eigen ervaring. Bij fasen denk je namelijk aan opeenvolgende gebeurtenissen en dat is beslist niet de praktijk. Ik wil het liever hebben over taken, die je niet achter elkaar hoeft op te pakken, maar naar behoefte soms zelfs tegelijkertijd uitvoert. Het ene moment ben je bezig met verdriet te verwerken (ook een raar woord), het andere moment probeer je de sterk veranderde toekomstverwachtingen op een positieve manier in beeld te krijgen.
Ik stond laatst weer met tranen in mijn ogen te koken (dat was lastig, ik zag het niet goed), omdat het keukenterrein zo enorm positief kan triggeren naar Jeanet. Het andere moment genoot ik van de kracht en de wil om te (blijven) koken voor dochters en mezelf. Zoals Jeanet het altijd had gewild. Zo vermengden de taken verdriet verwerken en een dierbare een plek geven zich met elkaar. Ik kan zelfs beweren dat rouwen (treedt direct in na de dood en niet een jaar later!) dankzij twee dochters een beter verloop kent, een bredere basis ondervindt! Rouwverwerking doe je samen en ook alleen.
Na het verlies van Jeanet, mijn dierbare, heb ik allerlei emoties ervaren, die ik kan toedichten aan één van die taken. Zo was er direct na het overleden (het overkwam me circa 4 uur na de dood) een soort oerpijn voelbaar. Met een oerkreet gaf ik uiting aan dit grote verlies, met een fikse huilbui tot gevolg. Verder ligt er nog een grote taak van het accepteren, die in feite al begin dit jaar in gang werd gezet, toen de uitspraak ‘terminaal ziek’ viel. De taak van het accepteren loopt nog heel lang door, net als de taak ‘het aanpassen van de toekomstverwachtingen’.
Rouwen voelt ook letterlijk heel rauw aan, maar heeft ook een positieve werking, namelijk dat het verlies (omgeven door rouw) je bijna vanzelfsprekend dwingt om voortaan (nog) meer te laten genieten van goede momenten samen met de kinderen, of gewoon tijdens een wandeling in een door de zon overgoten bos. Zelfs het zien van broodetende mussen in je eigen achtertuin laten je een soort van geluk ervaren. Ik kan intenser genieten van kleine dingen, omdat het leven eenmalig is. Hierna is helemaal niets meer; al het geloof ten spijt. Het is echt eindig en ik wil terecht benadrukken dat je beter vóór de dood kunt LEVEN, dan ná de dood, want daar hebben je nabestaanden helemaal niets aan.
En tot slot maar hopen dat naasten voldoende steun blijven aanbieden (ook een taak), zodat Jeanet nooit vergeten wordt. Dit verlies is blijvend en zal dan ook altijd gevoeld kunnen worden in meer of mindere mate.
Men beweert dat het rouwen plaats gaat vinden in verschillende fasen en dat het feitelijke rouwen pas kan beginnen op de tweede sterfdag. Ik ben het met beide ‘feiten’ totaal niet mee eens en ik spreek uit eigen ervaring. Bij fasen denk je namelijk aan opeenvolgende gebeurtenissen en dat is beslist niet de praktijk. Ik […]